Sevilla staat bekend om de tapas, en gezien Sevillianen altijd buiten de deur eten, speelt het sociale leven zich vooral af in tapasbars. Je zult hier nooit hongerlijden. Elke wijk zit vol restaurants en bars waar men tapas serveert, en je kunt in elke wijk lekker eten. Maar het hangt er wel af van hoe laat en waar je bent. Restaurants en bars sluiten na het ontbijt, en openen pas tussen 14.00 en 17.00 uur voor de lunch. De deuren sluiten weer na de lunch, en je kunt er pas tussen 20.00 en 24.00 uur weer terecht voor een diner.

Of je nu buiten op een plein staat, de dichtstbijzijnde bar binnenduikt voor een koude en verfrissende caña (klein biertje), of een kopje koffie gaat drinken, je kunt overal eten bestellen. Er zijn ontzettend veel restaurants waar men gefrituurde vis, internationale gerechten en chique diners serveert. Het is moeilijk ‘nee’ zeggen tegen een extra tapa, dus plan je dag zó dat je tussen het sightseeing door een aantal stops maakt in verschillende tapasbars. Dit is ook het perfecte excuus om even aan de zon en de hitte te ontsnappen.

De restaurants en bars die dicht bij de Kathedraal liggen zijn natuurlijk wat duurder. Maar je hoeft maar linksaf of rechtsaf af te slaan, en je staat in een andere kleine straat vol tapasbars. Het maakt niet uit aan welke zijde van de rivier je staat, noord of zuid, je kunt overal goed en voor relatief weinig geld eten.